De lift

Het was een ouderwets flatgebouw in een ouderwetse straat in een ouderwetse stad. De flat had een ouderwetse lift. Ja, eigenlijk alles was ouderwets. De etages, de inrichting, de huwelijken, ja zelfs tot aan de bedieningsknopjes van de lift aan toe. Alles ademde ouderwetsheid.

‘Waar ga je nu weer naar toe?’
‘Even een luchtje scheppen, lieveling’.
‘Een luchtje scheppen? Stiekem roken bedoel je zeker. Ik ruik het heus wel hoor. Slapjanus! En as je het maar uit je harses laat om met de lift te gaan, die blijft zo vaak hangen’.
‘Ja ja hartediefje, maar misschien is hij wel gemaakt?’
‘Humpf, net als vorige week zeker, toen bleef die ook al hangen. Een uur zat je opgesloten, weet je nog? Een uur’.
‘Ja dat weet ik nog. Nou tot zo Corry’.

Herman weet zich eindelijk uit de voordeur te wurmen naar de lift en slaat een aantal keer hard op de standleiding van de blusinstallatie. Een geluid dat door de hele flat te horen is. Op de 14 verdieping woonde het stel, bijna bovenaan. Herman drukt op het knopje van de 12 etage. Snel gaat de deur open.
‘navond Herman. Pff, ik word gek van dat mens’.
‘Hee Henk, goed je te zien’, zegt Herman terwijl hij op de knop van de 10e drukt. Langzaam en schokkend gaat de lift weer naar beneden. De deur gaat open en de instapper wordt vriendelijk begroet met ‘Ha Gerrit’. Die zet zijn gehoorapparaat weer aan ‘Zo hehe, die kan ik gewoon thuis niet meer aan hebben’ mompelt hij. Heman drukt op de knop met de verweerde 8.

De lift zakt gestaag en knerpend naar de achtste waar zich weer een persoon aan het gezelschap voegt.
‘Tjo, Kees, mooi dat je er bent’ wordt die in de lift onthaald.
‘Het was ook wel weer tijd’, zucht Kees. ‘Dat wijf van mij, niet te doen…’ en treurig kijkt hij uit zijn ogen.
‘Ach man, we hebben even een uurtje met elkaar’ zegt Herman als hij nummer 7 indrukt. Halverwege de achtste en de zevende etage zet hij de lift stil. Een verende schokbeweging gaat door het lifthuis.

‘Zo mannen, hehe, even tijd onder elkaar’.
Gerrit de langste van het stel opent het luik boven de lift en zijn handen zoeken naar hun geneugten in het houten kistje boven het plafond. Even schrikt hij dat het weg is, maar opgelucht tasten zijn vingers om het hengsel. Het was iets verschoven ten opzichte van vorige week. Lachend zet hij het op de grond. De mannen pakken ieder een pluk shag en voorzichtig een vloe. Behalve Kees, hij blijft het eigenwijs vloei noemen. Het roken is ontspannen. Uit hun jaszakken diepen ze allen hun eigen borrelglas op en laten de glaasjes vollopen en klinken op hun geheime wekelijkse ontmoeting. Een uurtje hebben ze. Een uurtje mannen onder elkaar. In hun eigen zevende hemel.

Scroll naar boven